Werkwoorden vervoegen
prefinancieren
Tegenwoordige tijd prefinancieren
Ik prefinancier
Jij prefinanciert
prefinancier jij?
U prefinanciert
Hij/Zij/Het prefinanciert
Wij prefinancieren
Jullie prefinancieren
Zij prefinancieren
Verleden tijd van prefinancieren
Ik prefinancierde
Jij/U prefinancierde
Hij/Zij/Het prefinancierde
Wij prefinancierden
Jullie prefinancierden
Zij prefinancierden
Voltooid deelwoord van prefinancieren
geprefinancierd
Tegenwoordig deelwoord van prefinancieren
prefinancierend