Werkwoorden vervoegen
overpromoten
Tegenwoordige tijd overpromoten
Ik overpromoot
Jij overpromoot
overpromoot jij?
U overpromoot
Hij/Zij/Het overpromoot
Wij overpromoten
Jullie overpromoten
Zij overpromoten
Verleden tijd van overpromoten
Ik overpromootte
Jij/U overpromootte
Hij/Zij/Het overpromootte
Wij overpromootten
Jullie overpromootten
Zij overpromootten
Voltooid deelwoord van overpromoten
overgepromoot
Tegenwoordig deelwoord van overpromoten
overpromotend