Werkwoorden vervoegen
overcompenseren
Tegenwoordige tijd overcompenseren
Ik overcompenseer
Jij overcompenseert
overcompenseer jij?
U overcompenseert
Hij/Zij/Het overcompenseert
Wij overcompenseren
Jullie overcompenseren
Zij overcompenseren
Verleden tijd van overcompenseren
Ik overcompenseerde
Jij/U overcompenseerde
Hij/Zij/Het overcompenseerde
Wij overcompenseerden
Jullie overcompenseerden
Zij overcompenseerden
Voltooid deelwoord van overcompenseren
overgecompenseerd
Tegenwoordig deelwoord van overcompenseren
overcompenserend