Werkwoorden vervoegen
lukken
Tegenwoordige tijd lukken
Ik luk
Jij lukt
luk
U lukt
Hij/Zij/Het lukt
Wij lukken
Jullie lukken
Zij lukken
Verleden tijd van lukken
Ik lukte
Jij/U lukte
Hij/Zij/Het lukte
Wij lukten
Jullie lukten
Zij lukten
Voltooid deelwoord van lukken
gelukt
Tegenwoordig deelwoord van lukken
lukkend