Werkwoorden vervoegen
herdistribueren
Tegenwoordige tijd herdistribueren
Ik herdistribueer
Jij herdistribueert
herdistribueer jij?
U herdistribueert
Hij/Zij/Het herdistribueert
Wij herdistribueren
Jullie herdistribueren
Zij herdistribueren
Verleden tijd van herdistribueren
Ik herdistribueerde
Jij/U herdistribueerde
Hij/Zij/Het herdistribueerde
Wij herdistribueerden
Jullie herdistribueerden
Zij herdistribueerden
Voltooid deelwoord van herdistribueren
geherdistribueerd
Tegenwoordig deelwoord van herdistribueren
herdistribuerend