Werkwoorden vervoegen
garanderen
Tegenwoordige tijd garanderen
Ik garandeer
Jij garandeert
garandeer jij?
U garandeert
Hij/Zij/Het garandeert
Wij garanderen
Jullie garanderen
Zij garanderen
Verleden tijd van garanderen
Ik garandeerde
Jij/U garandeerde
Hij/Zij/Het garandeerde
Wij garandeerden
Jullie garandeerden
Zij garandeerden
Voltooid deelwoord van garanderen
gegarandeerd
Tegenwoordig deelwoord van garanderen
garanderend