Werkwoorden vervoegen
expertiseren
Tegenwoordige tijd expertiseren
Ik expertiseer
Jij expertiseert
expertiseer jij?
U expertiseert
Hij/Zij/Het expertiseert
Wij expertiseren
Jullie expertiseren
Zij expertiseren
Verleden tijd van expertiseren
Ik expertiseerde
Jij/U expertiseerde
Hij/Zij/Het expertiseerde
Wij expertiseerden
Jullie expertiseerden
Zij expertiseerden
Voltooid deelwoord van expertiseren
geëxpertiseerd
Tegenwoordig deelwoord van expertiseren
expertiserend