Werkwoorden vervoegen
exciteren
Tegenwoordige tijd exciteren
Ik exciteer
Jij exciteert
exciteer jij?
U exciteert
Hij/Zij/Het exciteert
Wij exciteren
Jullie exciteren
Zij exciteren
Verleden tijd van exciteren
Ik exciteerde
Jij/U exciteerde
Hij/Zij/Het exciteerde
Wij exciteerden
Jullie exciteerden
Zij exciteerden
Voltooid deelwoord van exciteren
geëxciteerd
Tegenwoordig deelwoord van exciteren
exciterend