Werkwoorden vervoegen
evoqueren
Tegenwoordige tijd evoqueren
Ik evoqueer
Jij evoqueert
evoqueer jij?
U evoqueert
Hij/Zij/Het evoqueert
Wij evoqueren
Jullie evoqueren
Zij evoqueren
Verleden tijd van evoqueren
Ik evoqueerde
Jij/U evoqueerde
Hij/Zij/Het evoqueerde
Wij evoqueerden
Jullie evoqueerden
Zij evoqueerden
Voltooid deelwoord van evoqueren
geëvoqueerd
Tegenwoordig deelwoord van evoqueren
evoquerend