Werkwoorden vervoegen
esthetiseren
Tegenwoordige tijd esthetiseren
Ik esthetiseer
Jij esthetiseert
esthetiseer jij?
U esthetiseert
Hij/Zij/Het esthetiseert
Wij esthetiseren
Jullie esthetiseren
Zij esthetiseren
Verleden tijd van esthetiseren
Ik esthetiseerde
Jij/U esthetiseerde
Hij/Zij/Het esthetiseerde
Wij esthetiseerden
Jullie esthetiseerden
Zij esthetiseerden
Voltooid deelwoord van esthetiseren
geësthetiseerd
Tegenwoordig deelwoord van esthetiseren
esthetiserend