Werkwoorden vervoegen
bijwerken
Tegenwoordige tijd bijwerken
Ik werk bij
Jij werkt bij
werk jij bij?
U werkt bij
Hij/Zij/Het werkt bij
Wij werken bij
Jullie werken bij
Zij werken bij
Verleden tijd van bijwerken
Ik werkte bij
Jij/U werkte bij
Hij/Zij/Het werkte bij
Wij werkten bij
Jullie werkten bij
Zij werkten bij
Voltooid deelwoord van bijwerken
bijgewerkt
Tegenwoordig deelwoord van bijwerken
bijwerkend