Werkwoorden vervoegen
approvianderen
Tegenwoordige tijd approvianderen
Ik approviandeer
Jij approviandeert
approviandeer jij?
U approviandeert
Hij/Zij/Het approviandeert
Wij approvianderen
Jullie approvianderen
Zij approvianderen
Verleden tijd van approvianderen
Ik approviandeerde
Jij/U approviandeerde
Hij/Zij/Het approviandeerde
Wij approviandeerden
Jullie approviandeerden
Zij approviandeerden
Voltooid deelwoord van approvianderen
geapproviandeerd
Tegenwoordig deelwoord van approvianderen
approvianderend