1. = spasmus tonicus (zie ald.);
2. stijfkramp; pijnlijke, tonische kramp, meestal in de kauwspieren beginnend (vgl. Trismus) en zich over de rompspieren uitbreidend. Onderscheiden in T.traumaticus (vgl. Trauma), wondstijfkramp, door besmetting van wonden met tetanusbacillen, en T. idiopathicus (vgl. Idiopathisch), zonder bekende aanleiding. T. cephalicus, Rose’s hoofdtetanus. T. hyd rophóbicus, tetanus, waarbij de krampen tot het hoofd, de kauw- en de halsspieren beperkt blijven, gelijk bij hydrophobie (zie ald.). T. intermittens (Lat., tussenpozend), = tetanie. T. neonatórum, T. bij pasgeboren kinderen. T. paradóxus, tetanus der kaakspieren, gepaard met verlamming der aangezichtsspieren. T. tóxicus, T. veroorzaakt door sommige, „tetaniserende” vergiften, gelijk strychnine. T. uteri, krampweeën bij de baring. T. van Ritter, tetanische samentrekkingen bij opening van een constante stroom, die enige tijd door een zenuw heeft gelopen; bij tetanie.