volbloedigheid, vermeerdering van de hoeveelheid bloed in het lichaam; syn. polyhaemie. P. abdominalis, overvulling van de vaten in de buik met bloed, vooral overvulling van het poortaderstelsel.
P. apocóptica, de volbloedigheid, die, naar vroeger werd gemeend, het gevolg was van het verlies van grote lichaamsdelen. P. hydraemica s. hypotónica, = P. serosa. P. hyperalbuminósa, zie Hyperalbuminose. P. polycythaemica, zie Polycythaemie. P. serosa, volbloedigheid, waarbij alleen de bloedwei vermeerderd is. P. spuria (spurius, onecht), gedeeltelijke volbloedigheid. P. tonica s. sanguineas. vera, ware volbloedigheid, vermeerdering van het bloed in al zijn bestanddelen.