kraak, korakora. Een kraak of karaak is volgens Weiland ‘zeker oud Spaansch of Portugeesch schip, zoowel tot den oorlog als tot den koophandel geschikt.’ Het woord komt, hoewel niet dikwijls, toch van tijd tot tijd voor, zowel bij nieuwe als bij oude schrijvers. Zo bij Baldaeus, Beschrijvinge van Ceylon, p. 98: ‘Korts na het overlijden van den Onderkoningh, hadden die van Goa [...] een carake langzaam met koopmanschappen beginnen te laaden’ en bij Meijer, Heemskerk, p. 33:<BR>‘Dat vrij uw oog van fierheid blaak,<BR>Bij d’aanblik van die reuzenkraak,<BR>Die uit den vloed rijst als een eiland.’<BR>De vorm karaak vindt men bij de Brune: ‘Geen hulcken, of karaken groot genoegh.’
Het woord karaak of kraak is rechtstreeks ontleend aan het Spaanse en Portugese carraca, maar behoort met dit tot een talrijke familie van woorden, in verschillende talen van Europa, die alle tot het Arabische qorqôr of qorqôra en zijn meervoud qarâqîr zijn terug te brengen. Zie Dozy, Glossaire des mots espagnols, p. 248, die terecht opmerkt dat carraca, zoals vele andere Spaanse en Portugese woorden aan het Arabisch ontleend, van de meervoudsvorm afstamt, wat hier te eerder kon gebeuren, daar vaak meerdere qorqôrs tot een vloot waren verenigd en men dan, het woord qarâqîr horende, dit gemakkelijk ook op de enkele schepen kon toepassen. Hetzelfde gebruik van Arabische meervouden (namelijk van de zogenaamde pluralia fracta) met de betekenis van enkelvoud komt ook dikwijls voor in de talen van de Archipel, bijvoorbeeld in ngoelômô (meervoud van ngalîm of liever ‘alîm; zie op ulema) en laat zich te eerder begrijpen, daar de Maleiers en Javanen evenals de Spanjaarden en Portugezen van de eigenaardige vorming van de zo talrijke pluralia fracta geen denkbeeld hebben. In het Maleis heeft zich van het Spaans-Portugese carraca het woord kĕrakah gevormd, dat onder andere gelezen wordt in de ‘Sjadjara Melajoe’ (zie Klinkerts Supplement), en onmogelijk is het niet dat karaak of kraak eigenlijk door tussenkomst van het Maleis tot ons is gekomen. Voor ’t overige behoren tot dezelfde familie als carraca niet alleen nog het Italiaanse caracca, het Franse caraque (vergelijk De Frémery in Journal Asiatique, augustus 1867, p. 185) en het middeleeuws Latijnse caraca, maar ook nog enige andere woorden die een wat sterkere verandering ondergaan hebben en waarop ik zo aanstonds terugkom.
Het woord karaak of kraak had aanspraak mogen maken op een plaats in Dozy’s Oosterlingen, temeer daar daarvan vermoedelijk afstamt het bekende kraakporselein, reeds door Weiland verklaard als ‘fijn porselein, dat met Spaansche karaken of kraken [uit China en Japan] werd overgevoerd.’<SUP>36*</SUP>
De hierboven bedoelde wat meer verwijderde afstammelingen van carraca zijn het Spaanse caracoa of carcoa (d’Argensola, Conquista de los Islas Molluccas, p. 279: ’doze carcoas’), het Franse caracore, het middeleeuws Latijnse caracora en het Portugese coracora of corocora (vergelijk bij De Jonge, Opkomst, deel III, de uittreksels uit het dagboek van Craen, waar, p. 186, de vormen karacore en karacolen — dit laatste denkelijk een schrijf- of drukfout — voorkomen). Het Portugese coracora heeft weer een ander woord voortgebracht, dat dikwijls bij Nederlandse schrijvers over de Molukken voorkomt, te weten korakora of korrakorra. De schijnbaar geredupliceerde vorm die aan korakora het aanzien geeft van een inlands woord, heeft niet alleen tot een verkeerde schrijfwijze (kora-kora of korra-korra) maar ook tot een verkeerde verklaring geleid. Korakora is de naam van zekere grote, overdekte en met bamboevlerken voor de roeiers toegeruste staatsie-prauwen van de Molukse vorsten. Valentijn, II, 1, p. 183, misleid door de schijnbaar Polynesische vorm, behandelt dit woord geheel als een inlands, wanneer hij, denkende aan het Maleise kakoera of koera-koera, het verklaart door ‘een waterschildpad’ en er bijvoegt: ‘met reden zoo genaamt, alzo zij gemeenlijk zeer traag van voortgang is.’ Korakora is klaarblijkelijk niets dan het reeds genoemde Portugese coracora, welks afstamming van het Arabische qorqôra en verwantschap met carraca en ons kraak reeds in het licht werd gesteld. Woorden van Portugese oorsprong zijn in de Molukken en de gehele Indische Archipel niet zeldzaam, maar slechts weinige worden, zoals korakora, ook telkens door Nederlandse schrijvers gebruikt.
Naast korakora vindt men ook wel karakor, welke vorm een plaats heeft gevonden in Van Dale. Deze vorm is bijna geheel die van het middeleeuwse caracor en van het Arabische meervoud qarâqîr. Caracora komt voor in Begin ende voortgangh, Tweede schipvaerd, p. 17, waar wij lezen dat die van Ambon de admiraal tegemoet kwamen ‘met drie seer kostelijcke ende cierlijk toeghemaeckte galeijen, die sij caracora’s noemen.’
Gepubliceerd op 15-08-2017
kraak, korakora.
betekenis & definitie