(Fr.: cyanogène; Du.: Cyan, Zyan; Eng.: cyanogen), vroeger de naam van het zeer giftige gas C2N2, thans dicyaan geheten.
In de nomenclatuur der chemische verbindingen wordt de groep ─ C ≡ N als cyaan- of -cyanide aangeduid en daar als een element behandeld.
De belangrijkste cyaanverbinding is het waterstofcyanide of cyaanwaterstof(zuur) HCN, met de verouderde triviale namen blauwzuur en pruisisch zuur. Het is een van de sterkste en snelst werkende giften. HCN is een bij 26 °C kokende, naar bittere amandelen riekende vloeistof met een relatieve dichtheid van 0,7 en een stolpunt van −14 °C. Technisch wordt het meestal bereid uit ammoniak en methaan in aanwezigheid van een katalysator. Op laboratoriumschaal kan men het bereiden uit bijv. natriumcyanide en zwavelzuur.
Waterstofcyanide vormt een grondstof voor de kunststof poly-acrylnitril (monomeer: CH2 = CHCN). Als pesticide, o.a. voor ontratten van schepen, is het vrijwel vervangen door minder gevaarlijke middelen.
De zouten van waterstofcyanide, de cyaniden, zijn behandeld onder de desbetreffende metalen. Onder de cyaniden zijn ook tal van complexe zouten, zoals bijv. geel en rood bloedloogzout, zie IJzer: verbindingen.
Cyaanzuur, met de structuurformule: H─O─C ≡ N, is slechts bekend door zijn zouten, de cyanaten en o.a. het polymeer (HCNO)3, het cyanuurzuur. Het isomeer O═C═NH, het hypothetische isocyaanzuur, is vooral bekend door zijn esters, die sterk traanverwekkende vloeistoffen zijn. Ook het chloorcyaan ClCN is een traangas. Het derde isomeer, C ═ N─OH, draagt de naam knalzuur op grond van de explosiviteit der zouten (fulminaten). Wordt de zuurstof in de cyanaten vervangen door zwavel, dan verkrijgt men de thiocyanaten, vroeger rodaniden genoemd. Organische cyaanderivaten zijn de nitrillen RC ≡ N en de isonitrillen of carbylaminen C ═ N ─ R, zeer kwalijk riekende vloeistoffen.
Cyaanvergiftiging is vergiftiging door dicyaan of een cyaanverbinding, ademhalinggiften die de hemoglobine van het bloed inactiveren.
De vergiftiging kan optreden door inademing, dan wel door gebruik van cyaanverbindingen die óf als zodanig giftig zijn in het bloed, óf dit worden door het waterstofcyanide dat het maagzuur daaruit vrijmaakt. Als tegengiften worden oxiderende middelen toegediend, zoals waterstofperoxide, naast kunstmatige ademhaling, doch door de snelle werking van cyaan komt hulp meestal te laat.