Technische encyclopedie

Winkler Prins (1975)

Gepubliceerd op 23-12-2024

BENTONIET

betekenis & definitie

een speciale kleisoort, die voor ten minste 95% bestaat uit smectiet; voor de rest bijv. uit kwarts, glimmer, gips en vulkanisch glas. Soortgelijke kleien, met iets afwijkende eigenschappen, worden wel aangeduid als metabentoniet.

Bentoniet vormt met water tixotrope suspensies, die het vermogen bezitten water op te nemen tot een hoeveelheid van tot meer dan vijf maal eigen massa, waarbij de klei zo sterk opzwelt dat het volume toeneemt tot 15 maal het oorspronkelijke volume. Gemengd met ca. 6 delen water verkrijgt men een geleiachtige massa, met 18...20 delen een dunne colloïdale oplossing waarin de bentoniet steeds in suspensie blijft. Het opzwellen is reversibel: de klei kan gedroogd worden en daarna opnieuw gaan zwellen. De zwelling neemt af bij toevoeging van de een of andere elektrolyt, bijv. NaCl. Vandaar dat bentoniet in suspensie in rivierwater bij het uitstromen in zee uitvlokt en naar de bodem zakt. Sommige bentonieten moeten eerst geactiveerd worden door behandeling met zwavelzuur of zoutzuur vóór het zwelvermogen in voldoende mate optreedt (wegnemen van o.a. Ca-ionen). Het opzwellen berust op drie factoren: het water dringt tussen de kristalplaatjes en brengt die verder van elkaar door ‘capillaire druk’; het vormt een gebonden waterlaagje rondom ieder deeltje bentoniet en de deeltjes stoten elkaar rondom af doordat zij dezelfde negatieve lading verkrijgen.Niet zwellende meta-bentonieten met groot adsorberend vermogen staan bekend als bleekaarde omdat zij hoofdzakelijk gebruikt worden voor de zuivering of ontkleuring van minerale en plantaardige oliën, wijn, bier, honing en vuil water. Bentonieten hebben nog tal van andere technische toepassingen, als bindmiddel in vormzand voor gieterijen; als verdikkingsmiddel van latex in de rubberindustrie; voor het bevorderen van de plasticiteit van keramische massa’s in de keramische industrie; in vormen als dichtmiddel om water tegen te houden bij lekken in dammen, funderingen enz.; als mineraal beschermingscolloïd bij de vervaardiging van emulsies en suspensies in de farmaceutische en kosmetische industrie (schoonheidsmasker), als dragers voor o.a. insekticiden, bij het pelleteren van zaden (tomatenzaad) voor gebruik in zaadmachines. Voorts als grondstof bij het vervaardigen van sommige katalysatoren, als bestanddeel van veevoer (bindmiddel en drager van chemicaliën).

< >