(Fr.: application; Du.: Abbildung; Eng.: mapping), ook wel transformatie, een voorschrift, dat aan elk element van een verzameling A (origineel) een element van verzameling B (beeld) toevoegt. Voorbeelden: het projecteren van de ruimte op een vlak is een afbeelding van de ruimte op het vlak; aan elk ding zijn gewicht toevoegen is een afbeelding van de verzameling der dingen in die der gewichten; aan elk mens zijn geboortedatum toevoegen is een afbeelding van de verzameling der mensen in die der data. Een functie is een afbeelding in de verzameling der getallen. Het woord afbeelding slaat op het proces van het afbeelden, niet op de uitkomst, die beeld heet. Wordt B door de beelden der elementen van A uitgeput, dus toen alle elementen van B dienst als beeld, dan spreekt men van een afbeelding van A op B. Hebben verschillende elementen van A steeds verschillende beelden, dan heet de afbeelding een één-één-(1-1)-afbeelding.
Is ƒ een afbeelding van A in B, dan wordt het f-beeld van een element a van A door f(a) aangeduid. Is bovendien g een afbeelding van B in C, dan verkrijgt men door samenstellen van ƒ en g een afbeelding van A in C, genaamd gf, waarbij dus g(f(a)) = g f(a) is. Is ƒ een 1-1-afbeelding van A op B, dan kan men van ƒ de inverse, geschreven f−1, vormen; f−1 beeldt B op A af, zodat f−1 (b) = a dan en slechts dan geldt als f(a) = b is.