Synoniem van vrezen

vrezen - vrees koesteren voor iemand of iets. Het verplichte lijdend voorwerp bij duchten drukt een gevaar uit. In vragen of ontkennende zinnen kun je ook schromen gebruiken: 'hij schroomde het gevaar niet'.

Gezegde(s):
• zich hoeden voor
• zich in acht nemen
• iemand aanpakken als een rauw ei
• uit zijn lijf laten (= behoedzaam achterwege laten)
• een zwaar hoofd in iets hebben

vrezen - regelmatig werkwoord
uitspraak: vre-zen

1. er angst voor voelen
♢ ik vrees de dood
1. hij heeft niets te vrezen
[hoeft nergens bang voor te zijn]
2. we vrezen het ergste
[zijn bang dat er iets heel ergs zal gebeuren]
3. er wordt voor zijn leven gevreesd
[ze zijn bang dat hij doodgaat]

Regelmatig werkwoord: vre-zen
ik vrees
jij/u vreest
hij/zij vreest
wij/zij/jullie vrezen
ik/jij/u/hij/zij vreesde
wij/zij/jullie vreesden
hij heeft gevreesd
de/het/een gevreesde ....
vrezend, vrezende

Synoniemen
duchten