Synoniemen zoeken
Synoniem van trainer
Synoniem van 'n ander trefwoord

Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
trainer
trainer - iemand die een sportclub traint. Synoniemen: coach of, in archaïstische stijl, oefenmeester.
Zie: instructeur.
Trakteren
iemand buitenshuis een consumptie, maaltijd en dergelijke aanbieden. Het kan een weglaatbare bepaling met 'op' bij zich hebben: 'ik trakteer'; 'waarop trakteer je?' Aanhalen is een Vlaams synoniem. Een vast voorzetsel 'op' hebben fuiven en onthalen. De aanwezigen in een (deel van een) café op een drankje trakteren heet een rondje geven.
Zie: onthalen (op); vergasten op.

Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
trainer
trainer - zelfstandig naamwoord
uitspraak: tre-ner
1. iemand die mensen oefent in een bepaalde sport
♢ de trainer bepaalt wie er mee mag spelen
Zelfstandig naamwoord: tre-ner
de trainer
de trainers
het trainertje