Synoniem van stromen

stromen - heeft een vloeistof of een waterloop als onderwerp. In archaïstische stijl: vlieten. Vloeien is: zacht en gelijkmatig stromen: 'de Benedenrijn vloeit langzaam naar zee'. Vloeien in dunne straaltjes of druppeltjes heet sijpelen, zijpelen en, in informele stijl, siepelen, sijperen of sieperen. Bij lekken sijpelt er iets uit een ongewenste opening, bijvoorbeeld wijn uit een vat. Tranen lopen. Een waterloop, rivier of beek vormt het onderwerp van kabbelen: zacht stromen, met korte golfjes. Bij gutsen of plassen is er sprake van grote hoeveelheden vloeistof; gulpen wordt gebruikt als het een gutsende dikke straal betreft; bloed golft uit een wond; bij 'golven' staat altijd een bepaling van plaats, evenals bij spoelen. Dit laatste heeft een waterloop of rivier als onderwerp.

Zie: druipen ; golven.

stromen - regelmatig werkwoord
uitspraak: stro-men

1. in grote hoeveelheden voortbewegen
♢ het water stroomde door de rivier

Regelmatig werkwoord: stro-men
het stroomt
zij stromen
het stroomde
zij stroomden
het is gestroomd
de/het/een gestroomde ....
stromend, stromende