Geen resultaten voor staatshoofd

staatshoofd - persoon die een staat in hoogste instantie vertegenwoordigt. Een republiek wordt geleid door een president; ten tijde van de Bataafse Republiek heette deze functionaris een pensionaris. Staatshoofden met erfopvolging heten vorsten of monarchen. (Zie: edelman.) Een regerend vorst noem je een gekroond hoofd. De vorst als regeerder en vertegenwoordiger van het rijk heet de kroon. Keizers (zie aldaar) hebben van alle vorsten de hoogste waardigheid. De keizer van Tunesië is een bei, beg of bey, een Mongoolse keizer in Hindoestan een mogol, en het oude Egypte had een farao. Koningen volgen in waardigheid op keizers. In rang staat een groothertog lager dan een koning, maar hoger dan een hertog. In sommige delen van het vroegere Rusland heerste een grootvorst. In het vroegere Duitse Rijk (tot 1806) koos de keurvorst of rijksvorst de Rooms Koning of de keizer. Nederland heeft zijn Oranjevorsten. Een sultan regeerde het Osmaanse Rijk en het middeleeuwse Egypte; in het vroegere Turkije heette de sultan een chan, khan of kan; de maharadja was een Indische of Indonesische vorst, die belangrijker was dan de radja; de tetrarch of viervorst heerste in het oosten van het Romeinse Rijk als vazal van de keizer.

Zie: hoofd.

staatshoofd - zelfstandig naamwoord
uitspraak: staats-hoofd

1. iemand die het hoogste gezag heeft in een land
♢ ons staatshoofd is de koningin

Zelfstandig naamwoord: staats-hoofd
het staatshoofd
de staatshoofden