Synoniem van schuldig

Gezegde(s):
• in gebreke
• de gebeten hond zijn
• hij weet van de moord
• hij weet van de brand
• op zijn kerfstok hebben
• in het krijt staan
• de kat van de bakker heeft het gedaan

Spreekwoord(en):
• die niet besnot is moet zijn neus niet snuiten

schuldig - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: schul-dig

1. het hem moeten betalen
♢ hij is mij nog 10 euro schuldig
1. het antwoord schuldig blijven
[geen antwoord geven]
2. iets verkeerds gedaan hebben
♢ hij is schuldig aan een misdrijf

Bijvoeglijk naamwoord: schul-dig
... is schuldiger dan ...
het schuldigst
de/het schuldige ...
iets schuldigs

Tegenstellingen
onschuldig