Synoniemen zoeken
Synoniem van rood
Synoniem van 'n ander trefwoord

Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
rood
rood - [b][[/b]bnw] een kleur hebbend die een golflengte heeft van 750 tot 630 nanometer. Kelen is het woord dat in de heraldiek wordt gebruikt: 'een kelen balk'. Iets dat de kleur van bepaalde bakstenen heeft is steenrood of brique. Vroeger bereidde men een kleurstof uit kwiksulfide; iets dat die heldere kleur heeft heet nog altijd vermiljoen. Ook scharlaken of scharlakenrood is helder, zoals de kleurstof bereid uit cochenille of kermes. Vruchten en bloemen zorgen voor verschillende nuances rood: fraise is rood als aardbeien, cerise of kersrood rood als kersen, en rozerood of rooskleurig behoeft geen uitleg. Inkarnaten (alleen attributief) noemt men de kleur tussen kers- en rozerood in. Ook stenen dienen als vergelijkingsobject: koraalrood of koralen (rood als koraal) en robijnen, rood als robijn. In wijnrood, bordeaux of bordeauxrood zit een vleugje paars. Felrood, dat synoniem is met helrood, dieprood, bloedrood en vuurrood, betekent: intens rood. Intens, (te) opvallend en schreeuwerig van kleur wordt aangeduid met knalrood. Donkerrood kent net als de andere kleuren nuances: een ervan is karmozijnen, karmozijnrood, karmijnen of karmijnrood. Deze kleur is als die van de verfstof die is bereid uit de cochenilleluis (met donkere beits).

Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
rood
rood - bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord
1. de kleur van bloed
♢ ze had een rood jasje aan
1. een hoofd zo rood als een biet
[erg rood]
2. zo rood als een kreeft
[verbrand door de zon]
3. in de rode cijfers komen
[een negatief saldo hebben, verlies lijden]
4. de rode draad
[een onderwerp dat steeds terugkomt in een verhaal]
5. de rode kaart
[teken dat je na een grove overtreding het veld moet verlaten]
6. de rode vlag hangt uit
[iemand menstrueert]
7. dat werkt als een rode lap op een stier
[het veroorzaakt een woedende reactie]
8. een rooie rakker
[een linkse activist]
9. geen rooie cent
[helemaal niets]
10. met rode oortjes
[met stijgende opwinding]
2. communistisch of socialistisch
♢ het rode leger rukte op
1. de kleur rood
♢ het rood van zijn shirt is helemaal verbleekt
1. rood krijgen
[de rode kaart bij een voetbalwedstrijd]
Algemene uitdrukkingen:
1. ik sta rood bij de bank
[ik heb een tekort op mijn rekening]
Bijvoeglijk naamwoord: rood
... is roder dan ...
het roodst
de/het rode ...
iets roods
Zelfstandig naamwoord: rood
het rood