Synoniem van roepen

roepen - met luide stem iets meedelen, iets vragen en dergelijke. Een voorzetselbepaling met 'tegen' kan volgen, maar is niet verplicht. Het woord kraaien gebruikt men spottend; de stem van degene die 'kraait' is schel. Tetteren of schetteren geeft aan dat iemand druk bezig is iets onzinnigs of futiels te roepen. Luid en doordringend roepen heet schreeuwen, of gillen als de stem hoog is; informeel: zijn scheur opentrekken. Wie in paniek luid schreeuwt, schreeuwt (of roept) moord en brand.

Een reeks namen roept men af, dat wil zeggen men roept ze één voor één, opdat de betrokken persoon zich meldt, antwoord geeft. Bij uitroepen staat geen voorzetselbepaling.

Zie: schreeuwen; uitvaren.

Gezegde(s):
• alle registers opentrekken
• schreeuwen als een mager varken
• hij heeft een stentorstem

roepen - onregelmatig werkwoord
uitspraak: roe-pen

1. heel luid en met lange uithalen iets zeggen
♢ moeder roept dat ik moet komen eten
1. niemand voelt zich geroepen
[niemand vindt dat hij het moet doen]
2. zeggen dat hij moet komen
♢ ik zal hem even roepen
1. een dokter roepen
[waarschuwen]
2. de mensen bij elkaar roepen
[vragen te komen]

Algemene uitdrukkingen:
1. ze roepen over die nieuwe auto
[ze zijn er erg tevreden over]
Onregelmatig werkwoord: roe-pen
ik roep
jij/u roept
hij/zij roept
wij/zij/jullie roepen
ik/jij/u/hij/zij riep
wij/zij/jullie riepen
hij heeft geroepen
de/het/een geroepen ....
roepend, roepende

Synoniemen
aanroepen