Synoniem van rem

rem - installatie die de snelheid van een beweging vermindert of geheel doet ophouden, of voorkomt dat een stilstaand voertuig (enzovoort) in beweging komt. De handrem van een auto wordt met de hand bediend. Ook des auto's is de schijfrem: door middel van een pedaal drukt men remblokken tegen een aan het wiel verbonden schijf. Bij een blokrem drukt een blok tegen het wiel; een velgrem drukt tegen de velg en een handrem drukt - bij een fiets - tegen de band. Trommelremmen bestaan uit twee remschoenen die tegen een eromheen draaiende remtrommel aandrukken. In de naaf van het achterwiel van een fiets kan een terugtraprem zijn bevestigd, die je in werking stelt door de pedalen terug te trappen.

rem - zelfstandig naamwoord

1. onderdeel om voertuig langzamer te laten lopen
♢ je moet op de rem trappen als je de bocht om gaat
1. alle remmen losgooien
[je helemaal laten gaan]
2. op de rem gaan staan
[krachtig remmen]
3. aan de rem trekken
[een ontwikkeling afremmen]

Zelfstandig naamwoord: rem
de rem
de remmen
het remmetje