Synoniemen zoeken
Synoniem van pastor
Synoniem van 'n ander trefwoord

Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
pastor
pastor - christelijk, theologisch onderlegd persoon die pastoraal werk doet; het woord is synoniem met zielzorger en, ietwat plechtig of ironisch, zielenherder. Een protestantse pastor heet een dominee of (in formele stijl) predikant; zeer formeel zijn de benamingen (be)dienaar des Woords, bedienaar des Coddelijken Woords, bedienaar des Evangelies, evangeliedienaar en leraar. Kanseltijger zeg je in scherts. In zijn hoedanigheid van leider van de eredienst heet de dominee een voorganger. Een legerpredikant is belast met de geestelijke verzorging van militairen; een legerpredikant te velde heet een legerprediker. Een welsprekende dominee is een kanselredenaar. Een consulent is een dominee die in geval van een vacante plaats in een naburige gemeente aldaar een aantal kerkelijke taken vervult. Rooms-katholieken noemen een pastor - het hoofd van een parochie - pastoor (zie aldaar).
Zie: geestelijke.

Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
pastor
pastor - zelfstandig naamwoord
uitspraak: pas-tor
1. geestelijke die zorgt voor het geestelijk welzijn van een groep
♢ hij werkt als pastor in het ziekenhuis
Zelfstandig naamwoord: pas-tor
de pastor
de pastors