Synoniem van ontsteking

ontsteking - aandoening ten gevolge van een weefselbeschadiging. Een encefalitis of hersenontsteking houdt in dat de hersenen ontstoken zijn. Meningitis is de geneeskundige term voor een hersenvliesontsteking; hierbij zijn de weke hersenvliezen ontstoken. De bacterie Neisseria meningitidis veroorzaakt de vorm van hersenvliesontsteking die we nekkramp noemen. Bij een keelontsteking (zie aldaar) is de neuskeelholte aangedaan, bij bronchitis de bronchiën, bij enteritis het darmslijmvlies. Is de blindedarm ontstoken, dan lijdt men aan een blindedarmontsteking, appendix of, met een woord uit de geneeskunde, appendicitis. Een nierontsteking heet in medisch jargon een nefritis. De lymfklier en de lymfvaten zijn aangedaan bij bloedvergiftiging; dit gaat gepaard met rode strepen op arm of been en een pijnlijke zwelling in oksel of lies. Het soort bloedvergiftiging waaraan kraamvrouwen soms lijden, heet kraamvrouwenkoorts; deze ontsteking wordt veroorzaakt door streptoof stafylokokken. Bij gewrichtsontsteking of artritis is een gewricht ontstoken, bij catarre een slijmvlies, bij beenmergontsteking, osteomylitis of myelitis het beenmerg; beeneter is de naam voor chronische beenmergontsteking. Conjunctivitis is de geneeskundige term voor bindvliesontsteking: ontsteking van het bindvlies; wanneer de ziekte chronisch is en wordt veroorzaakt door de bacterie Bedsonia, spreek je van een trachoom. De veroorzaker van bof of, in België, dikoor is een virus; de oorspeekselklier is aangedaan, en soms ook andere speekselklieren. Eczeem of dermatitis, ontsteking van de huid, gaat meestal gepaard met jeuk. Dauwworm is een constitutioneel eczeem, dat meestal voorkomt bij jeugdigen, op het gezicht. Fijt of panaritium heeft men aan de vingers; deze ontsteking is etterig, en ontstaat meestal door een kleine verwonding. Omloop noem je de bacteriële ontsteking van de nagelwal. Synoniemen: panaritium en, in de geneeskunde, paronychie en paronychium. Pleuritis of, zeer informeel, pleuris is een ontsteking van de pleura; in België zegt men ook fleuris. Strontjes, gerstekorrels of hagelkorrels komen acuut op; het zijn onschuldige ontstekingen van talgkliertjes aan het ooglid. Bij een oogontsteking of oftalmie is het oog zelf ontstoken. Recidiverende oogontsteking bij eenhoevige dieren staat bekend als maanblindheid. Een ontsteking in de longen leidt tot pneumonie of longontsteking. De borstklieren zijn ontstoken bij mastitis; bij dieren met ontstoken uiers spreekt men van uierontsteking of wrang. Paarden kunnen lijden aan spat: ontsteking van een van de kleine geledingen aan de voorbinnen-onderkant van het spronggewricht.

ontsteking - zelfstandig naamwoord
uitspraak: ont-ste-king

1. onderdeel van de motor dat de brandstof doet branden
♢ de ontsteking van deze auto doet het niet
2. door een infectie rood en opgezwollen weefsel of lichaamsdeel
♢ ik heb een ontsteking aan mijn vinger

Zelfstandig naamwoord: ont-ste-king
de ontsteking
de ontstekingen
het ontstekinkje