Synoniem van ontbreken

ontbreken - zeg je van een zaak of een persoon die zich niet bevindt op de plaats waar hij of zij zou moeten zijn. Mankeren heeft alleen een zaak als onderwerp, evenals missen: 'er miste één stukje van de puzzel'. Dit laatste wordt in deze betekenis overigens opgevat als een anglicisme. Een persoon kan verstek laten gaan. Iemand drukt zijn snor om bepaald werk niet te hoeven doen. Schitteren (of uitblinken) door afwezigheid heeft een afkeurende of spottende bijbetekenis.

Zie: mankeren.

ontbreken - onregelmatig werkwoord
uitspraak: ont-bre-ken

1. er niet zijn, gemist worden
♢ er ontbreken drie leerlingen in de klas
2. het niet (voldoende) hebben
♢ het ontbreekt mij aan financiën
1. het ontbreekt hem aan moed
[hij durft niet]

Onregelmatig werkwoord: ont-bre-ken
ik ontbreek
jij/u ontbreekt
hij/zij ontbreekt
wij/zij/jullie ontbreken
ik/jij/u/hij/zij ontbrak
wij/zij/jullie ontbraken
hij heeft ontbroken
ontbrekend, ontbrekende

Tegenstellingen
uithangen, vertoeven, zijn