Synoniem van jasje

jasje - tot de taille of (iets over de) heupen reikend kledingstuk dat wordt gedragen over andere bovenkleding. Een jek (zie aldaar) is water- en winddicht; het model is bloezend, het jek valt tot aan het middel of iets eronder. Boeren en arbeiders dragen een kiel, meestal van blauw linnen of katoen; in vroeger eeuwen sprak men van een boezeroen. Ook het buis is iets uit het verleden; dit sloot nauw om het lijf; het buis heette dolman als het werd gedragen door een militair en met tressen versierd was. Een ander 'militair' jasje is de attila, gedragen door officieren van de generale staf, en eveneens versierd met tressen. Tunieken zijn de jasjes die horen bij een uniform. Een colbert heeft geen panden en kan onderdeel zijn van een kostuum; het wordt ook binnenshuis gedragen; blazers zijn donkerblauw en niet gevoerd. Indonesische mannen dragen een baadje; dit wijde jasje reikt tot de heup en heeft ruime mouwen tot iets over de elleboog. Vrouwen gaan gekleed in een bolero: een kort jasje zonder mouwe

Zie: kledingstuk.

Zie: jas.

jasje - zelfstandig naamwoord
uitspraak: jas-je

1. korte jas voor buiten en binnen
♢ hij deed zijn jasje uit en stroopte zijn mouwen op

Zelfstandig naamwoord: jas-je
het jasje

Synoniemen
colbert