Synoniem van beurtelings

beurtelings - zodanig dat de in de context genoemde personen of zaken, situaties en dergelijke elkaar afwisselen: 'de onderneming boekte in die jaren beurtelings winst en verlies', 'Jan en Piet roeiden beurtelings'. Afwisselend gebruik je in een zin als 'hij werd afwisselend bleek en rood'. Het onderwerp blijft hetzelfde, de 'afwisseling' zit in een ander zinsdeel. Nu eens..., dan weer... is een constructie waarbij twee aparte persoonsvormen kunnen optreden: 'nu eens roeide Piet, dan weer Jan.' Maar dat is niet noodzakelijk, getuige de zin 'hij werd nu eens bleek, dan weer rood'. Om de beurt, om beurten, bij beurten, beurt om beurt, keer om keer en
om en om gebruik je alleen als deze bepaling betrekking heeft op het onderwerp van de zin: 'zij waren om de beurt aan het woord'.

Zie verder: soms.

zie Afwisseling (bij).

beurtelings - bijwoord
uitspraak: beur-te-lings

1. om beurten, na elkaar
♢ beurtelings gooiden we de bal tegen de muur

Bijwoord: beur-te-lings