Synoniem van aftekenen

aftekenen - regelmatig werkwoord
uitspraak: af-te-ke-nen

1. wat te zien of te merken is
♢ haar leeftijd begint zich op haar gezicht af te tekenen
2. veel tekenen
♢ Phyllis zit elke vakantie heel wat af te tekenen
3. de grenzen ergens van aangeven
♢ ik had voor Koninginnedag een ruime plek op straat afgetekend
4. ergens de omtrekken van zien
♢ de torenspits tekent zich af tegen de blauwe hemel
5. ergens je handtekening of paraaf op zetten
♢ u moet elk van deze bladzijden aftekenen, zei de notaris
6. tekenen voor voldaan of voor ontvangst
♢ wilt u de rekening even aftekenen?

Regelmatig werkwoord: af-te-ke-nen
ik teken af (... ik afteken)
jij/u tekent af (... jij aftekent)
hij/zij tekent af (... hij aftekent)
wij/zij/jullie tekenen af (... wij aftekenen)
ik/jij/u/hij/zij tekende af (... ik aftekende)
wij/zij/jullie tekenden af (... wij aftekenden)
hij heeft afgetekend
de/het/een afgetekende ....