Synoniem van aardappel

aardappel stengelknol van de plant Solanum tuberosum. Informeel: pieper. In België: patat. Fabrieksaardappels zijn bestemd om te worden verwerkt in een aardappelmeelfabriek. Men poot een pootaardappel, poter, legger of planter. Mensen eten consumptieaardappelen of eetaardappelen. Afkokers koken (te gauw) fijn. Muizen zijn vroege, langwerpige aardappelen. Het bintje is middelgroot, rond en wordt middelvroeg geoogst. Klein en rond zijn krieltjes of krielaardappelen. Een eigenheimer heeft een gele, en een noorderling een geschubde schil. Zandaardappelen zijn op zandgrond geteeld, duinaardappelen op het zand van de duinen.

aardappel - zelfstandig naamwoord
uitspraak: aard-ap-pel

1. eetbare knol van een plant
♢ Nederlanders eten vaak aardappelen, groente en vlees
1. praten met een hete aardappel in de keel
[bekakt praten]
2. de hete aardappel doorgeven
[een lastig probleem aan een ander overlaten]

Zelfstandig naamwoord: aard-ap-pel
de aardappel
de aardappels of -en
het aardappeltje