[willem de bondt, eerst hoogleeraar te Leiden, later schout aldaar, was een hevig vervolger der Remonstranten. In 1634 hield hij eene plegtige begrafenis van zijnen hond tijter, den getrouwen medgezel op zijne onderscheidene togten, om de Remonstranten te betrappen. Dit wekte den spotlust van van den vondel op. Diens schimpdicht op dit voorval is bekend. Ook bestaat van deze begrafenis eene spotprent. Is het spreekwoord uit deze gebeurtenis ontstaan, dan heeft het eene satirieke beteekenis. Deelt men het vermoeden, dat te Leiden eene begrafenis bijzonder plegtig of talrijk plagt te zijn, dan kan men denken aan de vele begrafenissen, die de maand Januarij van het jaar, door het noodlottig springen van een kruidschip, noodzakelijk maakte. Het spreekwoord krijgt dan een meer ernstig aanzien. Men spreekt, vergelijkenderwijze, van eene Leidsche begrafenis, wanneer personen of zaken zich in ongewoon lange rijen vertoonen].
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk