Gelukkig hij, die lering trekt uit het ongeluk van anderen. De uitdrukking is reeds zeer oud. In de middeleeuwen zegt bijv. Asselijn: ‘Hy spiegeld hem sagt, die hem spiegeld aan een anders gebreken’. Ze gaat echter veel verder terug. Reeds Plautus [Pers., 540) zegt: ‘Te de aliis, quam alios de te suavius est fieri doctos’, hetgeen de uitdrukking benadert. Ook Plinius de Oudere, Historia naturalis (18, 5, 31), zegt: ‘Optimum est aliena insania frui', d.i.: trek steeds partij van eens anders dwaasheid. In zijn lijkrede op de koningin van Engeland haalt Bossuet de woorden aan: ‘Et nunc erudimini,> d.i.: en nu, wees onderricht; de ondervinding van anderen strekke tot lering. Deze laatste woorden zijn ontleend aan: ‘Et nunc reges intelligite erudimini qui judecatis terram!’, d.i.: en thans, koningen verstaat gij die de aarde richt!, voorkomende in een van de Psalmen van David. Ten slotte hebben we dan nog: ‘Felix quem faciunt aliena pericula cautum’, d.i.: gelukkig hij die wijs wordt door de schade van een ander