Wat gij niet wilt dat u geschiedt - doe dat ook een ander niet
Ten onrechte menen sommigen dat deze uitdrukking is ontleend aan Matth. 7:12 en Luc. 6:31. In deze teksten staat: 'Wat gij wilt dat u de mensen doen, doe gij hen desgelijks’. Deze woorden zijn positief, terwijl het hier aangehaalde spreekwoord in de negatieve vorm staat. De woorden kunnen ontleend zijn aan het boek Tobias, waar in 4:16 staat: ‘Wat gij niet wilt dat men u doet, doe dat ook niet aan een ander.’ De zegswijze was reeds bekend bij de Romeinen en de Grieken. Keizer Alexander Severus (235 n.C.) dweepte zo met deze woorden, dat hij op zijn paleis en op openbare gebouwen dezelfde gedachte liet opschrijven met de woorden: ‘Quod tibi fieri non vis, alteri ne feceris’ (Lampridius, Vita Alexandri Severi, 51). Reeds vóór Jezus’ tijd sprak overigens de joodse wijze Hillel: 'Doe niet aan uw naaste wat gij niet wilt dat u geschiedt; dat is de gehele wet. Al het overige is eenvoudig de toepassing en een gevolg daarvan’