Van het ene uiterste in het andere vervallen
Geen maat kennen; óf te veel naar het ene overhellen, óf naar het andere, soms vlak achter elkaar. Vgl. Horatius, Epistolae (I, 1, 100): ‘Diruit, aedificat, mutat quadrata rotundis’, d.i.: hij breekt af, bouwt op, verandert het vierkante in het ronde, dwz.: hij valt van het ene uiterste in het andere. Wordt gezegd van een ongedurig, wispelturig mens