Spreekwoorden en gezegden met 'in-t-geweer'

in 't geweer komen

toen de tentoonstelling ingericht moest worden, kwam iedereen in 't geweer iedereen hielp, iedereen ging aan het werk.

In het geweer komen

Letterlijk: bij alarm of iets van dien aard grijpen naar de geweren. Overdrachtelijk: opkomen voor iemands belangen, iemands belangen verdedigen

Die eens ’t geweer gedragen heeft, wil wel weder dienen

Wordt schertsend gezegd van een weduwe die wel weer trouwen wil

In de militaire terminologie wil dit zeggen: dat de soldaat ‘op de plaats rust’ staat, niet met geschouderd geweer, doch met het geweer op de grond, de ruststand van de soldaat tijdens een rust- of ge...
Lees meer

oorzichtige jagers schieten hun geweer af, als ze thuiskomen

Men moet altijd overal op bedacht zijn en maatregelen treffen

’t Is er kootje in ’t honderd

’t Is er een verwarde boel

in 't water vallen

de boottocht is door het slechte weer in het water gevallen: door het slechte weer ging de reis niet door.

Houdt maat in ’t verblijden, houdt maat in ’t bedroeven

Houdt maat in ’t hopen, houdt maat in ’t vreezen

Houdt maat in ’t verblijden, houdt maat in ’t bedroeven

Houdt maat in ’t verteren, houdt maat in ’t behoeven

Houdt maat in ’t verblijden, houdt maat in ’t bedroeven

Houdt maat in ’t schrijven, spreken en lezen, Houdt maat Hendrik in al wat gij gaat beginnen

Die eens het geweer gedragen heeft, wil wel weder dienen

Wordt vooral gezegd van trouwlustige weduwen

Als 't in de kajuit regent, druipt 't in de hut

Als de meerderen ervan lijden, krijgen de minderen ook hun deel

iets in 't oor knopen

je moet dat verhaal goed in 't oor knopen: je moet dat verhaal goed onthouden.

roet in 't eten gooien

hij gooide roet in het eten: hij bedierf de pret, hij schopte de plannen in de war.

iets in 't vet hebben

ik heb voor die kwajongens nog iets in 't vet:hij heeft nog wat van me tegoed (straf bijvoorbeeld).

Geld in 't water gooien

Nutteloos geld uitgeven

Iets in 't gelijk breien

Een verwarde zaak ordelijk regelen

Schiedam in ’t oog hebben

Dronken zijn

Bloed in ’t oor hebben

Moed bezitten

Roet in ’t eten gooien

Iemands genot vergallen, de boel bederven

In ’t dak blijven steken

Onafgedaan blijven

Iemand in ’t pak steken

Iemand beet nemen, hem in de luren leggen