God zegene de greep
Wordt gezegd wanneer men ergens naar zoekt en lukraak een greep doet, in de hoop dat men het gewenste te pakken heeftDat is een gelukkige greep
Dat is een goede keuzeHij heeft een jasje uitgetrokken
Hij is mager gewordenHij heeft de kinderschoen uitgetrokken
Hij is volwassenHij heeft een rokje uitgetrokken
Hij is afgeslanktHij heeft een rokje uitgetrokken
Hij is mager gewordenHij heeft zijn schaamschoenen uitgetrokken
Hij heeft geen schaamtegevoel meerHij heeft een kleedje uitgetrokken
Hij is mager geworden, is erg afgevallen (door ziekte)Hij heeft mijn vogel uitgetrokken
Hij is mij te rap geweestDe slagpennen zijn hem uitgetrokken
Men heeft hem gekortwiekt, van zijn macht beroofd’t Is maar een greep
Het is maar een handigheid, een gauwigheidMen heeft hem de slagpennen uitgetrokken
Men heeft hem van zijn macht beroofdDe gaffel blijft bij de greep
De mens verandert niet van aardDe greep van iets weg hebben
De handigheid, de handeling van iets beet hebben, het kunstje kennenVan de gaffel in de greep vallen
Er nog slechter aan toe rakenVan de gaffel in de greep vallen
Van kwaad tot erger komen, van de tweetand in de drietand vallenVan de gaffel in de greep vallen
‘Gaffel’, van Mnl.: gaffele, Odu.: gabala, Du.: gabel; Ags.: gafol; Lat.: gabalus, galg. Verwant met ‘gabben’ (ginnegabben, ginnegappen) en gapen. Tweetandige vork gelijkend op een gapende mond. De ui...Lees meer