‘Glos, glosse’, van Lat.: glossa, woord dat verklaring behoeft; daarna: de verklaring van dat woord, en bij verdere uitbreiding: verklaring of uitleg, ook van een gehele zin (vgl.: glossarium); vervolgens in ongunstige zin: opmerkingen, spotternijen. Grappen ergens op maken, ergens de draak mee steken