Een lieftallig kind
In het Mnl. bestaat een woord ‘liefgetal', waarnaast: liefgetael, lieftael en lieftalich, alle met de betekenis van: geliefd, aangenaam, welgevallig. Eigenlijk: lief van taal zijn, aangenaam spreken. Een ‘lieftallig kind’ is dan ook een kind, dat prettig is in de omgang