Eigenlijk: dat valt lang niet tegen, dat bedriegt ons niet, dat is lang niet mis. Reeds in de 17de eeuw bekend bij Bredero (I, 390): ‘Een goe toog, moêr, hechter niet om, als ic ’s morgens so wat peusel’. Volgens Tuinman (I, 340), wil de uitdrukking zeggen, dat iets goed is, en voldoet hetgeen men daarvan verwachtte en begeerde. Hetgeen dus niet liegt, bedriegt niet. (Stoett.)