’t Is ongewis, al wat hier is
Het leven is wisselvalligWat is, wat was, ’t keert al tot as
Aan alles komt een einde; al het aardse is vergankelijk’t Is niet al goud wat blinkt
Schijn bedriegtAl wat hij zegt, is geen Evangelie
Hij is een leugenaar; men kan niet alles geloven, wat hij zegtHet is al geen goud wat er blinkt
Schijn bedriegt't is niet al goud wat er blinkt
bij die familie lijkt alles heel fijn en mooi te zijn, maar het is niet al goud wat er blinkt: het lijkt veel mooier dan het in werkelijkheid is.het is niet al goud wat er blinkt
uiterlijke schijn kan misleidend zijn’t Is al wat de hemel geven kan
’t Is allerbestHet is niet al(les) goud wat er blinkt
Niet alles wat uiterlijk fraai is, is ook degelijkWat zal de zee al opwerpen?
Wat zal er al voor de dag komen?Al wat van katten komt, is happig naar de muis
Een mens verloochent niet licht de slechte hoedanigheden hem door zijn afkomst aangeborenhet muist al wat van katten komt
de jongen vertonen de aard van de ouden; ieder volgt zijn aangeboren aardHet muist al wat van katten komt
Zoals de oude katten muizen vangen en eten, houden zich ook de jongen, naar ouderaard, met deze bezigheid onledig. Dat is vanzelfsprekend. In deze zin gebruikt men de uitdrukking ook overdrachtelijk, ...Lees meer
