Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

zielenpiet, zielenpoot

betekenis & definitie

zielig, beklagenswaardig figuur. Ziele(n) poot werd voor het eerst opgetekend door A.

Beets in 1880. Het WNT denkt aan een variatie op mankepoot.... dat meisje, die Meta van ons atelier, is toch zoo’n zielepiet, als we d’r eens meenamen? (Het Vaderland, 28/11/1932)

Plotseling moest ze aan Engelmoer denken. Wat een zielepoot was dat. (Jan Mens, De kleine waarheid, 1967)