Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

zandhaas

betekenis & definitie

(vnl. marinetaal) infanterist; landmacht-militair. Minder frequent is zandhappen Ook in het Duits: Sandhase.

In soldatentaal betekende zandhazenkul vroeger ‘onzin, kletskoek’.‘Wat zou me rouwen, jou beroerde zandhaas?’ snauwde Andries. (J.van Lennep, Ferdinand Huyck, 1840)

Dat zal jullie zandhazen toch duur te staan komen! (Willy Waterman, Een woestijn raakt zoek. Een humoristische avonturenroman, 1938)

Waar is het monument, smerige zandhaas? (Jan de Hartog, De wateren van de nieuwe wereld, 1966)