(Den Haag, jeugdtaal) jongen met lang haar in de nek; fan van housemuziek. Jaren negentig.
Gesignaleerd door Gillissen & Olden. De sympathieke stripfiguur Haagse Harry maakte de tapijtnek populair.De tapijtnek in trainingspak is nu terug met een tweede album, waarin hij weer volop frikedelle eet, over taxichauffeurs heen braakt en vooral op van alles en nog wat loopt te kankeren bij voorkeur het nieuwe Haagse stadhuis. (Algemeen Dagblad, 08/11/1997)