iemand met een vette hals. De Leeuwarders dragen niet alleen de spotnaam van galgenlappers, ze worden ook wel speknekken genoemd.
Je ziet, om zoo te zeggen, dien viezen dikken speknek, die daar eiken dag bij Riche of bij Van Laar zit te smullen, dat de saus hem langs zijn baard druipt... (De Groene Amsterdammer, 08/03/1891)
Er waren genoeg lekkere meisjes binnen die wel trek hadden om zo’n speknek-van-buiten eens mooi uit te zuipen. (Haring Arie, Tweede Boek, 1969)