(voorafgegaan door populaire) (studententaal, verouderd) iemand die te populair wil doen.
Daarmee hangt samen het bezigen van woorden, die voor het maatschappelijk verkeer taboe zijn, die hij leert in de groentijd, wanneer hij in het verenigingsleven, in de ‘groep’ wordt opgenomen; metaforen uit het orale en anale stadium: ‘fluim’; ‘populaire drol’; ‘uit zijn boord van de sokken lullen’; ‘lullekoek’; ‘corpspik’ e.a. ad libitum. (Studenten van haver tot gort, 1957)