(Bargoens) homoseksueel. Refereert aan de anale fixatie.
Minder frequent voorkomende varianten zijn: bruinganger en bruinrijder.Dat wist ze, want ik had wel eens lazarus met me lui door de zaak lopen slingeren, tot groot plezier van al die bruinwerkers. (Haring Arie, Recht voor z’n Raap, 1972)
Flikker, ruigpoot, bruinwerker, rugartiest. (Adriaan van Dis, Tropenjaren, 1986)
Ik heb jullie bruinwerkers vaak genoeg te grazen genomen. (Strip Familie Doorzon in Nieuwe Revu, 27/10/2004)