Definities van Prisma Woordenboek Nederlands in de Ensie T
- toasten
- toaster
- tobbe
- tobben
- tobber
- tobintaks
- toch
- tocht
- tochtdeur
- tochten
- tochtgat
- tochthond
- tochtig
- tochtstrip
- tod
- toe
- toe-eigenen
- toebedelen
- toebehoren
- toebereiden
- toebereidselen
- toebijten
- toebrengen
- toeclip
- toedekken
- toedenken
- toedichten
- toedienen
- toedoen
- toedracht
- toedragen
- toefje
- toegaan
- toegang
- toegangsbewijs
- toegankelijk
- toegedaan
- toegeeflijk
- toegenegen
- toegeven
- toegevend
- toegewijd
- toegift
- toehappen
- toehoorder
- toehoren
- toejuichen
- toekan
- toekennen
- toekijken
- toeknikken
- toekomen
- toekomend
- toekomst
- toekomstdroom
- toekomstig
- toekomstmuziek
- toekunnen
- toelaatbaar
- toelachen
- toelage
- toelaten
- toelatingsexamen
- toeleg
- toeleggen
- toeleven
- toeleveren
- toelichten
- toelichting
- toeloop
- toelopen
- toemaat
- toen
- toenaam
- toenadering
- toename
- toendra
- toenemen
- toenmaals
- toenmalig
- toentertijd
- toepasselijk
- toepassen
- toepassing
- toepen
- toer
- toerbeurt
- toereikend
- toerekenbaar
- toerekenen
- toerekeningsvatbaar
- toeren
- toerental
- toerenteller
- toerfiets
- toerisme
- toerismebureau
- toerist
- toeristenkaart
- toeristenklasse